+49 151 42326385

Joachim Simon (Schuschu) en Joop Westerweel - Verzetsstrijders tot het uiterste

Joachim Simon, door zijn vrienden "Schuschu" genoemd, was een Duitse Joodse onderwijzer en zionist, geboren in 1919 in Berlijn. Hij groeide op in een tijd waarin het antisemitisme in Duitsland steeds gewelddadiger en dwingender werd. Als jonge man, met een liefde voor onderwijs en een diepgeworteld geloof in de zionistische idealen, werd hij al vroeg uitgesloten van de samenleving die ooit zijn thuis was. Net als Anna Chlebowski en Gerhard Sperber ontvluchtte hij Duitsland en vond hij tijdelijk veiligheid in Nederland.

Joachim Simon / Joop Westerweel Wikipedia - free domain Links Joachim (Schuschu) Simon, rechts Joop Westerweel.

In Nederland sloot hij zich aan bij de zionistische jongerenbeweging en werd hij actief in het Werkdorp in de Wieringermeer, waar Joodse jongeren werden voorbereid op emigratie naar Palestina. Hier gaf Schuschu Hebreeuwse lessen en organiseerde hij culturele evenementen, en hier ontmoette hij Anna en Gerhard. Maar de Duitse bezetting van Nederland in 1940 maakte abrupt een einde aan de schijnbare rust van het Werkdorp. Vanaf dat moment stond Schuschu voor een keuze: onderduiken, vluchten of vechten. Hij koos voor het laatste.

De oprichting van het verzet

Toen de eerste Joden in juli 1942 werden gedeporteerd vanuit Nederland, werd de dreiging werkelijkheid. Schuschu nam deel aan een crisisvergadering van Hechalutz in Deventer, waar werd besloten om niet langer passief te blijven. Ze zouden een verzetsnetwerk opzetten om jongeren te helpen onderduiken of te vluchten. "We mogen niet stilzitten. We moeten vechten voor hun levens," moet Schuschu gedacht hebben.
In samenwerking met Joop Westerweel, een Nederlandse onderwijzer en pacifist, bouwde hij een netwerk dat Joodse jongeren hielp ontsnappen aan de deportaties. Joop, die zelf geen Jood was, voelde een diep moreel besef om actie te ondernemen tegen het onrecht dat hij zag. Samen organiseerden zij schuilplaatsen, vluchtroutes en vervalste papieren.

Loosdrecht en de ontsnappingen

Een cruciaal moment vond plaats in Loosdrecht, waar Hechalutz een paviljoen runde voor zionistische jongeren. Toen de nazi's aankondigden dat ze de bewoners zouden deporteren, moest Schuschu snel handelen. Hij coördineerde samen met Joop Westerweel en andere verzetsstrijders de verdeling van 51 jongeren over gastgezinnen en onderduikadressen. Ze wisten iedereen in veiligheid te brengen voordat de nazi's arriveerden. Toen vrachtwagens van de Sicherheitsdienst enkele dagen later in Loosdrecht verschenen, troffen ze een leeg gebouw aan. Het was een overwinning, maar de dreiging bleef groot.

Gevaarlijke missies naar Frankrijk

Schuschu bleef niet stilzitten. In de herfst van 1942 reisde hij naar Frankrijk om samen te werken met de Armée Juive (AJ), een Joodse verzetsorganisatie die vluchtroutes organiseerde naar het neutrale Spanje. Deze routes, over de gevaarlijke bergpassen van de Pyreneeën, waren vaak de laatste hoop voor Joodse vluchtelingen. Schuschu bracht vervalste papieren van Frankrijk naar Nederland en hielp mensen te voorzien van een nieuwe identiteit. Hij wist dat hij hiermee niet alleen zijn eigen leven op het spel zette, maar ook dat van iedereen in zijn netwerk. Toch bleef hij doorgaan.

De arrestatie en zelfopoffering

Het verzet bracht grote risico's met zich mee, en uiteindelijk viel Schuschu in handen van de Duitsers. Hij werd gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis van Breda. Daar stond hij voor een verschrikkelijk dilemma: hij wist dat de nazi's hem zouden ondervragen, en hij was bang dat hij onder druk en marteling de namen van zijn medeverzetsstrijders zou verraden. Voor Schuschu was dit onacceptabel. Om zijn vrienden en het netwerk te beschermen, maakte hij een ultieme keuze.
In de gevangenis van Breda pleegde Schuschu zelfmoord. Hij gaf zijn eigen leven op om anderen te redden, vastbesloten dat zijn gevangenneming het verzet niet zou breken. Zijn dood was een tragisch verlies, maar ook een ultiem bewijs van zijn moed en onwrikbare vastberadenheid.

Joop Westerweel - De mede-verzetsstrijder

Schuschu's partner in het verzet, Joop Westerweel, bleef het werk voortzetten. Joop, die altijd geloofde in de kracht van rechtvaardigheid en pacifisme, nam enorme risico's om Joodse jongeren naar veiligheid te helpen. Maar ook hij viel uiteindelijk in handen van de Duitsers. In 1944 werd Joop gearresteerd en gemarteld. Net als Schuschu weigerde hij informatie prijs te geven. Op 11 augustus 1944 werd Joop Westerweel geëxecuteerd in Kamp Vught.

Hun nalatenschap

De verhalen van Joachim Simon en Joop Westerweel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Samen redden ze talloze levens, zetten ze een netwerk op dat grenzen overschreed, en gaven ze anderen hoop in een tijd van wanhoop. Hun acties toonden dat verzet niet altijd gewapend hoefde te zijn, maar kon bestaan uit moed, opoffering en solidariteit.
Schuschu's zelfmoord in de gevangenis van Breda en Joop Westerweels executie markeren de tragische prijs die verzetsstrijders vaak betaalden. Toch leven hun daden voort in de herinnering aan een tijd waarin zelfs in de donkerste nacht lichtpunten te vinden waren.


Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Koffiehuis Korenbloem Deventer 2024
Vertaling van de brief die Kurt Reilinger schreef met uitleg.

Beste Adina,

Ik ben blij je eindelijk weer de groeten van ons allemaal te kunnen overbrengen. Je zult vast weten dat het goed met ons gaat dit jaar (en ook met de familie thuis). (Fred: Kurt bedoelt hier de Chawerin die in Frankrijk zijn maar ook de Chawerin die nog in Nederland zijn). Ons bedrijf (Fred: hij bedoelt de groep die in Frankrijk verblijft) hier groeit gestaag en we nemen maandelijks ongeveer 4-6 nieuwe arbeiders aan (Fred: er komen elke week 4-6 Joodse vluchtelingen in Frankrijk aan), voornamelijk vrouwen.
We hebben een nieuwe bouwplaats (Fred: hij bedoelt waarschijnlijk een bouwproject van de organisatie Todt) in Safar (Fred: de plaats is in zijn brief onduidelijk geschreven), die in bedrijf is, en daar werken inmiddels 20 arbeiders en 2 vrouwen die het koken op zich nemen. Het gaat daar uitstekend. Is dat niet fijn? Onze vrienden Lacien en Armand Jules (Fred: Armand Jules was een pseudoniem dat werd gebruikt door Ariane Fiksman, een Joodse verzetsstrijdster tijdens de Tweede Wereldoorlog) hebben ons daarbij enorm geholpen, en we zijn hen daar heel dankbaar voor.
Sinds enkele weken komen er ook regelmatig arbeiders (Fred: vluchtelingen) uit Drenthe naar ons toe, en we zijn daar natuurlijk erg blij mee, want zoals je weet, zijn dat gespecialiseerde arbeiders die we heel hard nodig hebben. We hopen en denken ook dat er nog veel meer zullen komen. Enkele van hen hebben we direct naar de nieuwe bouwplaats gestuurd. Ze voelen zich daar heel prettig. Met andere woorden, alles gaat uitstekend. Joop (Fred: ik neem aan dat hij Joop Westerweel bedoelt. Dat moet dan echter een paar weken geleden zijn omdat Joop op 11 februari 1944 gearesteerd werd) was hier onlangs op bezoek, en ik zelf ben ook vaker thuis.

Anna en Gerhard Sperber - Een vlucht naar Frankrijk

Anna en Gerhard Sperber wisten in de nazomer van 1943 dat hun tijd in Nederland op was. De dreiging van arrestatie en deportatie hing continu boven hen, zelfs met hun vervalste papieren en tijdelijke "Sperre". Verklaring Ernst Asscher over Gerhard Sperber. Het was tijd om alles achter te laten en een nieuw gevaarlijk pad te bewandelen: de vlucht naar Frankrijk. Wat begon als een poging om aan vervolging te ontkomen, groeide uit tot een daad van moed en doorzettingsvermogen - een levensgevaarlijke reis, gedreven door de hoop op vrijheid.

Nederlandse tekst vragenlijst Ernst Asscher: Op een keer bezocht een Chawer, Gert Sperber, mij. Hij was al in Frankrijk. Via hem hoorde ik dat er voor mij een mogelijkheid was om in Frankrijk actief te zijn in de illegaliteit. Maar omdat ik eerst in Frankrijk bij een Duitse organisatie (bijvoorbeeld Organisation Todt) had moeten werken om überhaupt in Frankrijk te komen, mocht ik niet vertrekken van de familie Van der Akker. Zij waren namelijk strikt tegen elke vorm van werk voor de Duitsers, vooral omdat zij de noodzaak van mijn vertrek niet inzagen.


Onderstaand een chronologische verslag over de verblijfplaatsden en de gebeurtenissen van Anna en Gerhard in Nederland, beginnend bij hun aankomst en vervolgens beschrijvend de belangrijkste momenten en omstandigheden die hun tijd daar kenmerken, tot het moment waarop ze uiteindelijk beslissen om naar Frankrijk te vluchten."

1938
  • Op 23 november 1938 wordt Anna in het bevolkingsregister van de stad Amsterdam opgenomen, haar vorige adres: Kastanienallee 38 in Essen. Het adres: Roeterstraat 8, drie hoog. Ze woont bij de familie Bolle.

1939
  • Op 13 februari wordt Gerhard in het Werkdorp in de Wieringermeer opgenomen nadat hij na de pogromnacht van 9 op 10 november 1938 naar Nederland is gevlucht.
  • Op 11 mei 1939 verhuist Anna naar de Van Woustraat 195, drie hoog. De reden kan zijn dat Anna weet dat haar zusje Jetta, die begin januari samen met broer Leo naar Nederland gekomen is en in het 'Vakantiehuis KL Smitoord' in Losser onderdak gevonden heeft, naar Amsterdam komt. Jetta is dan 9 jaar oud.
  • Op 4 juli vertrekt Jetta met een kindertransport naar Engeland.

1940
  • Op 14 februari 1940 vertrekt Anna naar het Werkdorp in de Wieringermeer, Nieuwesluizerweg. Hier leert ze Gerhard kennen. Gerhard is melker en Anna werkt in de huishouding en krijgt een opleiding tuinbouw.
  • In maart 1940 krijgt Anna bericht dat Leo in Haifa met een studentencertificaat aangekomen is.
  • Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers Nederland binnen. Omdat de Duitsers dreigen na Rotterdam Utrecht te bombarderen, besluit generaal Winkelman op 15 mei te capituleren.

1941
  • Op 20 maart 1941 wordt het Werkdorp door de SS gesloten. 290 leerlingen worden naar Amsterdam gebracht, 60 mogen blijven voor de afhandeling van actuele aangelegenheden en om voor de dieren te zorgen. Anna en Gerhard blijven in het Werkdorp.
  • Op 1 augustus 1941 vindt de definitieve sluiting van het Werkdorp plaats. De achterblijvers, doorgaans de wat oudere leerlingen, gaan zelfstandig op zoek naar een onderkomen voor na de oogst. Ze zoeken alleen of in kleine groepjes.
  • In augustus 1941 woont Anna bij de familie Leegwater in Schermerhoorn; Gerhard werkt bij boer Piet en Alie de Heer op de boerderij 'Eenhoorn' in Middenbeemster. Anna en Gerhard bezoeken elkaar op de fiets; dat zijn zo'n 10 kilometer.
  • Op 30 september 1941 wordt het adres van Anna in het bevolkingsregister geactualiseerd; adres Schermerhorn A 127.
  • Op 12 december 1941 verloven Anna en Gerhard zich in Alkmaar.

1942
  • Vanaf 16 februari 1942 woont Anna in het gastenhuis van de Joodsche Raad aan de Plantage Franschelaan 11c. De reden zal geweest zijn dat zij als Jodin niet langer in Schermerhorn mocht wonen. Alle Joden moesten naar Amsterdam verhuizen. Een andere reden kan geweest zijn dat ze als Jodin niet meer bij niet-Joden in huis mocht wonen. Om dezelfde reden vertrekt Gerhard in april naar Deventer, naar de 'Deventer Vereniging' Papenstraat 45. De Duitsers lieten nog toe dat ze bij boeren werkten, maar ze mochten daar echter niet meer overnachten.
  • Vanaf april 1942 zijn alle gemeenten verplicht om regelmatig de registratie en controle van de toegestane verblijfsstatus van Joden uit te voeren. De Joden krijgen een 'J' in hun persoonsbewijs.
  • Op 2 mei 1942 moeten alle Joden een Jodenster dragen.
  • Op 24 mei komt Gerhard met een groep Werkdorpers in Almelo in de Werfstraat 11 aan. Ze hadden een tip gekregen dat er deportaties in Deventer plaats zouden vinden en besluiten Deventer te verlaten.
  • Op 16 juli gaat Anna officieel voor de Joodsche Raad werken en werkt als kinderverzorgster in de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. Ze krijgt een zogenaamde 'Sperre'; voorlopig vrijgesteld van deportatie.
  • Op 24 juli 1942 trouwen Anna en Gerhard in Almelo. Het is mij niet helemaal duidelijk of Anna ook in Almelo heeft gewoond. Op navraag in Almelo deelde men mij mee dat ze officieel in Almelo niet ingeschreven is geweest.
  • Midden augustus duikt Gerhard onder. In een politieblad in Almelo van 10 september 1942 wordt hij, en verschillende andere pioniers, gezocht. Verschillende bewoners hadden een oproep gekregen om gedeporteerd te worden en hadden besloten onder te duiken. Verklaring Ernst Asscher over de oproepen in Almelo. Hij vertrekt naar 'Huize de Zonnebloem' in Bennekom waar de familie Kleine, die een pension hebben, hem opnemen. Hij heeft een vals persoonsbewijs met de naam 'Jan van den Berg'. Omdat Gerhard onderduikt, gaat Anna in de Deurloostraat 80 (11 augustus 1942) in Amsterdam wonen. Ze is, dankzij haar 'Sperre', nog betrekkelijk veilig in Amsterdam. Gerhard moet na korte tijd verhuizen naar Renkum omdat de familie Kleine bang is dat gasten zich afvragen wie 'Jan van den Berg' is. Hij woont daar bij Dina en Louis Kranen. Louis is actief in het verzet. Omdat Gerhard getrouwd is, krijgt hij ook een 'Sperre'. Ze besluiten terug te gaan naar Amsterdam, ze wonen samen in de Tugelaweg 67. Op de registratiekaart van Amsterdam woont Anna vanaf 1 december, Gerhard vanaf 28 november 1942 op dit adres.

Nederlandse tekst vragenlijst Ernst Asscher: Ongeveer in september 1942 ontvingen vijf Chawerim in Almelo oproepen voor transport naar Polen, waaronder ik. Mijn voornemen om in de omgeving onder te duiken mislukte. Ik reisde op goed geluk naar Amsterdam naar mijn nicht. Zij kon me niet opnemen, omdat ik geen papieren had. Van de illegale activiteit van de Hechaluz had ik geen idee. Ik wilde niet naar de huizen van de Werkdörfler (Witsenkade of Fransche Laan) gaan, om hen niet in gevaar te brengen. Daarom zocht ik naar een andere manier om me in veiligheid te brengen. Het was een uiterst gevaarlijke tijd en ik was me volledig bewust van de risico's.


1943
  • Anna is zwanger en Gerhard vraagt Louis Kranen of ze in Renkum mag bevallen; in Amsterdam is het te gevaarlijk. Kort voor de geboorte wordt Anna naar het verpleeghuis '´t Hemeldal' in Oosterbeek gebracht waar ze op 27 augustus 1943 dochter Irene ter wereld brengt. Het verpleeghuis is van Eef Zwarts, een activist in de L.O.(1).
  • In september 1943 keren ze terug naar Amsterdam; Irene wordt met een vervalste identiteit door het verzet in veiligheid gebracht. De Joodsche Raad in Amsterdam wordt officieel opgeheven nadat de meeste Joden in Amsterdam al waren gedeporteerd naar concentratie- en vernietigingskampen. De overgebleven leden van de Joodsche Raad, die zelf ook waren vrijgesteld van deportatie, verkeren in groot gevaar. Anna en Gerhard besluiten naar Frankrijk te vluchten. Anna heeft een vals persoonsbewijs op de naam 'Jeanette van den Berg', de meisjesnaam van Nel Leegwater - van den Berg uit Schermerhorn, waar Anna na de ontruiming van het werkdorp een plek had gevonden.
(1) De L.O. staat voor Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers.

Vertaling schrijven Rijkscommissaris

Geheim
DEN HAAG, 26 maart 1943
DE RIJKSCOMMISSARIS
VOOR DE BEZETTE NEDERLANDSE GEBIEDEN
DE VERTEGENWOORDIGER VAN HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
D Pol 3 /Nr. 32

Betreft: Deportatie van de Nederlandse Joden

In zijn wekelijkse geheime rapport aan de heer Rijkscommissaris schrijft de bevelhebber van de Sicherheitspolizei en de SD het volgende:
Door de inmiddels al zes maanden zonder onderbreking en verstoring uitgevoerde transporten vanuit het kamp Westerbork, zijn in totaal 50.000 Joden uit Nederland naar het Oosten gedeporteerd.
Voor het aantal nog vrij rondlopende Joden - afgezien van de onzichtbare Joden in de illegaliteit - kan de volgende schatting worden gemaakt: In de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht bevinden zich nog ongeveer 55.000 Joden (waarvan alleen al in Amsterdam 45.000 tot 50.000). In de provincies Limburg, Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel is nog een klein percentage van de daar ooit geregistreerde Joden overgebleven, namelijk in totaal ongeveer 4.500. De provincies Friesland, Drenthe, Groningen en Zeeland zijn vrijwel volledig van Joden gezuiverd.
Het tijdelijk brutaler geworden optreden van de Joden in het openbaar is merkbaar afgenomen sinds de Sovjetoffensief is afgezwakt. De Joden rekenen erop dat de komende maanden voor hen de slechtste zullen worden en vertellen elkaar dat de Duitse autoriteiten van plan zijn om vóór de zomer de 'Jodenvraag' in Nederland volledig op te lossen, zonder rekening te houden met eerdere vrijstellingsstempels. Daarom worden er nog steeds allerlei middelen gebruikt en aanbevolen om aan arrestatie te ontkomen en de komende maanden te overleven tot aan de gehoopte Engelse invasie.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Berlijn

Verdere informatie

Beschrijving brief aan de rijkscommissaris

Een schrijnend voorbeeld van administratieve perversiteit zijn de documenten die naar het “Auswärtige Amt” in Berlijn werden gestuurd, waarin aantallen en details van de gedeporteerde Joden vanuit Nederland werden vastgelegd. Tussen het rapport van eind maart 1943 en dat van 30 oktober 1943 zijn 39.000 Joden gedeporteerd. Dit betekent dat er wekelijks gemiddeld zo’n 1500 Joden vanuit kamp Westerbork naar het Oosten werden gebracht. Ca 6000 werden direct naar Mauthausen gebracht. Deze cijfers komen grotendeels overeen met de gegevens in de 'Lijst van Jodentransporten vanuit Nederland' op Wikipedia.
De gedeporteerden werden naar vernietigings- en concentratiekampen gestuurd, zoals Sobibór, Theresienstadt, Bergen-Belsen, Mauthausen en Auschwitz. Van de geschatte 140.000 Joden die aan het begin van de oorlog in Nederland woonden, zijn volgens berekeningen 99.000 niet meer in Nederland.
Er werd bovendien een overzicht opgesteld van het aantal Joden dat zich nog in Nederland bevond. Men schatte dat ongeveer 20.000 Joden waren ondergedoken om aan arrestatie en deportatie te ontkomen.


Links naar verschillende archieven en websites

  • Joachim Simon Yad Vashem (D)
  • Joachim Simon Westerborkportretten (NL)
  • YouTube: De Historische Vereniging Deventer presenteert: "Deventer Joden en de Palestinagangers (NL)
  • Jüdischer Widerstand in den Niederlanden (D)
  • Joop Westerweel Gruppe (D)
  • Wie één leven redt, redt de hele wereld. Het verhaal van Joop en Willy Westerweel (NL)
  • Lijst van Jodentransporten vanuit Nederland (NL)
  • YouTube: Film over Max Windmüller met o.a. een interview met Metta Lande (D)

  • Literatuur

  • Cornelissen, C.B. Onvoltooid Verleden Tijd - Jodenvervolging in Almelo, Oldenzaal 2006 ISBN 90-6693-099-3 (NL)
  • Wasserstein, Bernard Gertrude van Tijn en het lot van de Nederlandse Joden, Amsterdam 2013 ISBN 978 90 468 1435 2 (NL)
  • Stegeman, H.B.J. en Vorsteveld, J.P. Het Joodse werkdorp in de Wieringermeer 1934 - 1941, 1983 Amsterdam ISBN 90 6011 150 8 (NL)
  • Presser, J. Ondergang - 'De vervolging en verdelging van het Nederlandse jodendom 1940 - 1945', Den Haag 1985 EAN 2200103863672 (NL)
  • Kassenbrock, K. - NANNO Onderduiker im Rettungswiderstand, Heidelberg 2022 ISBN 978-3-95505-334-5 (D)